Functievelden gebruiken in grafieken

In de Rapporten-app kunt u met functievelden een nieuw veld in een grafiek aanmaken op basis van een rapportveld waarop reeds een functie is toegepast. Gebruik functievelden in grafieken om geaggregeerde meeteenheden op te nemen, zoals trends, gemiddelden en varianties.

Hoe het werkt

Een functieveld is een tool waarmee u complexe berekeningen of bewerkingen kunt uitvoeren in een rapportveld waarop reeds een functie is toegepast. Functievelden accepteren een invoer en retourneren een uitvoer.

Voorbeeld

Scenario

U wilt de gemiddelde kostenimpact visualiseren van problemen die over meerdere projecten zijn geïdentificeerd.

Proces

U maakt een horizontale staafgrafiek aan en voegt de volgende velden in uw grafiek bij:

  • Horizontale as Som van de kostenimpact
  • Verticale as Probleemtitel

U voegt het functieveld Gemiddelde toe aan de grafiek en past deze toe op de Som van de kostenimpact.

Resultaat

De gemiddelde kostenimpact voor problemen in meerdere projecten wordt aangegeven door de blauwe stippellijn in de grafiek:

Gemiddelde kostenimpact voor problemen

Machtigingen

Alleen Rapportbeheerders en Rapportschrijvers kunnen een functieveld aan een grafiek toevoegen.

Een functieveld aan een grafiek toevoegen

  1. Open de app Rapporten.

    De pagina Bladeren wordt geopend.

  2. Open het juiste rapport en klik op Bewerken > Grafieken.
  3. Klik op de miniatuur van de juiste grafiek onderaan het scherm.

    De grafiek wordt weergegeven in het preview-venster.

  4. Sleep het juiste functieveld vanuit de Functies-lijst naar uw diagrammenmakeromgeving, en configureer de instellingen zoals gewenst.

    Tip

    U kunt basisfunctievelden, zoals gemiddelde, trend, prognose en accumulatie, toepassen op geavanceerde functievelden (analyse of variantie instellen). Klik op de pijl omlaag naast het geavanceerde-functieveld, selecteer Functie toevoegen en selecteer een basisfunctieveld.

Beschikbare functievelden

Gemiddelde

Type Beschrijving
Gemiddelde geeft een lijn weer die berekend is als de som van alle waarden, gedeeld door het aantal waarden in de grafiek
Mediaan

geeft een lijn weer die berekend is door alle waarden in oplopende volgorde te ordenen en de middelste waarde te gebruiken

Dit kan nuttiger zijn dan het gemiddelde als de gegevens extreme uitschieters bevatten.

Modus geeft een lijn weer die berekend is door te zoeken naar de waarde die in de grafiek het meeste voorkomt

Trend

Type Beschrijving Verbonden instellingen
Automatische trend vergelijkbaar met Automatische grafiek; past een automatische trend toe op de grafiek op basis van complexe algoritmen
  • Vertrouwensintervallen worden gebruikt om een bereik weer te geven waarin onbekende of ontbrekende waarden waarschijnlijk terecht zullen komen
  • Intervalbereik geeft het zekerheidsbereik van weer te geven waarden aan
Voortschrijdend gemiddelde

geeft het gemiddelde weer dat berekend is met behulp van waarden vanuit een vast aantal perioden voor elk punt

Bijvoorbeeld: als uw grafiek tien perioden beslaat, dan kan er ingesteld worden dat er voor het voortschrijdend gemiddelde altijd 5 wordt gebruikt. Dit kan gebruikt worden om veranderingen in de gegevens te volgen op een lijn die vloeiender is dan de daadwerkelijke waarden; hierdoor wordt deze nuttig als u trends weergeeft voor gegevens waarin veel pieken voorkomen.

  • Perioden dit geeft het aantal perioden aan dat het voortschrijdend gemiddelde zal beslaan

    Een groter aantal perioden leidt tot een vloeiendere maar minder reactieve trendlijn.

  • Ontbrekende waarden dit geeft aan hoe er omgegaan dient te worden met ontbrekende gegevens

    • Lineaire interpolatie omissies in de gegevens zullen worden behandeld alsof zij op een lijn staan die de twee aangrenzende waarden met elkaar verbindt
    • Als nul behandelen omissies in de gegevens zullen als nul worden behandeld
  • Vertrouwensintervallen worden gebruikt om een bereik weer te geven waarin onbekende of ontbrekende waarden waarschijnlijk terecht zullen komen
  • Intervalbereik geeft het zekerheidsbereik van weer te geven waarden aan
Lineaire regressie

geeft een rechte lijn weer die de relatie tussen de waarden op de x- en de y-as aangeeft

Deze kan nuttig zijn als u een beeld wilt geven van de algemene gegevenstrend.

  • Vertrouwensintervallen worden gebruikt om een bereik weer te geven waarin onbekende of ontbrekende waarden waarschijnlijk terecht zullen komen
  • Intervalbereik geeft het zekerheidsbereik van weer te geven waarden aan
Polynomiale regressie

geeft een gebogen lijn weer van de gegevens die de relatie tussen de waarden op de x- en de y-as aangeven

Deze kan gebruikt worden als de relatie tussen de waarden niet geheel lineair is, bijvoorbeeld als er zich aanzienlijke schommelingen in uw trend bevinden.

  • Orde geeft aan uit hoeveel termen de polynomiale voor de functies zal bestaan

    Hoe hoger de mate hiervan, des te strakker de regressielijn eruit zal zien.

  • Vertrouwensintervallen worden gebruikt om een bereik weer te geven waarin onbekende of ontbrekende waarden waarschijnlijk terecht zullen komen
  • Intervalbereik geeft het zekerheidsbereik van weer te geven waarden aan

Voorspelling

Type Beschrijving Verbonden instellingen
Automatische trend vergelijkbaar met Automatische grafiek; past een automatische trend toe op de grafiek op basis van complexe algoritmen
  • Voorwaartse perioden geeft het aantal perioden in de toekomst aan dat deze functie zou moeten voorspellen

    De gedetailleerdheid van deze functies wordt bepaald door de algehele gedetailleerdheid van de grafiek.

  • Voorspellingsintervallen wordt gebruikt om het bereik aan te geven waarin de daadwerkelijke waarde waarschijnlijk terecht zal komen
  • Intervalbereik geeft het zekerheidsbereik van weer te geven waarden aan
  • Niet-voorspellende resultaten verbergen geeft aan of een voorspelling weergegeven dient te worden voor ofwel de gehele gegevensset, ofwel uitsluitend na het einde van het bereik van de gegevensset
Eenvoudige exponentiële afvlakking

geeft een voorspelling weer op basis van het gemiddelde van eerdere waarden in de gegevensset, waarbij de bepaling van het gewicht door alfa wordt gedefinieerd (recente vs. historische gegevens)

Dit is nuttig voor voorspellende gegevens waarin geen algemene trend of seizoensgebondenheid te zien is.

  • Alfa geeft aan hoeveel gewicht er wordt toegekend aan recente gegevens vs. oudere gegevens

    Hoe hoger de alfawaarde, des te meer gewicht er aan recente gegevens wordt toegekend.

  • Voorwaartse perioden geeft het aantal perioden in de toekomst aan dat deze functie zou moeten voorspellen

    De gedetailleerdheid van deze functies wordt bepaald door de algehele gedetailleerdheid van de grafiek.

  • Ontbrekende waarden dit geeft aan hoe er omgegaan dient te worden met ontbrekende gegevens
    • Lineaire interpolatie omissies in de gegevens zullen worden behandeld alsof zij op een lijn staan die de twee aangrenzende waarden met elkaar verbindt
    • Als nul behandelen omissies in de gegevens zullen als nul worden behandeld
  • Voorspellingsintervallen wordt gebruikt om het bereik aan te geven waarin de daadwerkelijke waarde waarschijnlijk terecht zal komen
  • Intervalbereik geeft het zekerheidsbereik van weer te geven waarden aan
  • Niet-voorspellende resultaten verbergen geeft aan of een voorspelling weergegeven dient te worden voor ofwel de gehele gegevensset, ofwel uitsluitend na het einde van het bereik van de gegevensset
Dubbele exponentiële afvlakking

geeft een voorspelling weer op basis van het gemiddelde van eerdere waarden in de gegevensset, waarbij de bepaling het gewicht door alfa wordt gedefinieerd (recente vs. historische gegevens) en bèta (trend)

Dit is nuttig voor voorspellende gegevens waarin een algemene trend maar geen seizoensgebondenheid te zien is.

hetzelfde als Eenvoudige exponentiële afvlakking, waaraan het volgende is toegevoegd:

Bèta geeft aan hoeveel gewicht er wordt toegekend aan de trend van de gegevens

Hoe hoger de bètawaarde, hoe meer gewicht er wordt toegekend aan de trend van de gegevens.

Drievoudige exponentiële afvlakking

geeft een voorspelling weer op basis van het gemiddelde van eerdere waarden in de gegevensset, waarbij de bepaling het gewicht wordt gedefinieerd door alfa (recente vs. historische gegevens), bèta (trend) en gamma (seizoensgebondenheid)

Dit is nuttig voor voorspellende gegevens waarin een algemene trend te zien is en die per seizoen schommelt. Voor de berekening van de seizoensgebondenheid van Drievoudige exponentiële afvlakking is tenminste twee jaar aan gegevens nodig.

hetzelfde als Dubbele exponentiële afvlakking, waaraan het volgende is toegevoegd:

Gamma geeft aan hoeveel gewicht er wordt toegekend aan de seizoensgebondenheid (nl. wat er gebeurde in dezelfde seizoenen in voorgaande jaren)

Hoe hoger de gamma, des te meer gewicht er aan de seizoensgebondenheid van de gegevens wordt toegekend.

Voortschrijdend gemiddelde

geeft het gemiddelde weer dat berekend is met behulp van waarden vanuit een vast aantal perioden voor elk punt

Bijvoorbeeld: als uw gegevensset tien perioden beslaat, dan kan er ingesteld worden dat er voor het voortschrijdend gemiddelde altijd 5 wordt gebruikt. Dit kan gebruikt worden om veranderingen in de gegevens te volgen op een lijn die vloeiender is dan de daadwerkelijke waarden; hierdoor wordt deze nuttig als u trends weergeeft voor gegevens waarin veel pieken voorkomen.

  • Perioden dit geeft het aantal perioden aan dat het voortschrijdend gemiddelde zal beslaan

    Een groter aantal perioden leidt tot een vloeiendere maar minder reactieve trendlijn.

  • Voorwaartse perioden geeft het aantal perioden in de toekomst aan dat deze functie zou moeten voorspellen

    De gedetailleerdheid van deze functies wordt bepaald door de algehele gedetailleerdheid van de grafiek.

  • Ontbrekende waarden dit geeft aan hoe er omgegaan dient te worden met ontbrekende gegevens
    • Lineaire interpolatie omissies in de gegevens zullen worden behandeld alsof zij op een lijn staan die de twee aangrenzende waarden met elkaar verbindt
    • Als nul behandelen omissies in de gegevens zullen als nul worden behandeld
  • Voorspellingsintervallen wordt gebruikt om het bereik aan te geven waarin de daadwerkelijke waarde waarschijnlijk terecht zal komen
  • Intervalbereik geeft het zekerheidsbereik van weer te geven waarden aan
  • Niet-voorspellende resultaten verbergen geeft aan of een voorspelling weergegeven dient te worden voor ofwel de gehele gegevensset, ofwel uitsluitend na het einde van het bereik van de gegevensset

Accumulatie

Het functieveld Accumulatie geeft een accumulatief percentage weer van de totale lijn in de grafiek, met behulp van een secundaire as.

Setanalyse

Het functieveld Setanalyse geeft een subset aan gegevens weer die binnen een bepaald veld vallen.

Om een functieveld Setanalyse te definiëren, dient u een statistiekveld in het rapport te selecteren waarop u de resultaten baseert, en de filterreeks aan te geven die alleen op het veld binnen de grafiek toegepast zal worden.

Instelling Beschrijving
Setnaam geeft de weergavenaam weer van het resulterende variantieveld, dat gebruikt wordt in de grafieklabels en/of de legenda
Setstatistiek

hiermee kunt u het veld selecteren waarmee u de door u aangegeven set verder wilt filteren

In deze lijst zijn uitsluitend de statistiekvelden beschikbaar die in uw rapport zijn meegenomen.

Filter

hiermee kunt de filters aangeven die op uw setveld moeten worden toegepast

Voor meer informatie raadpleegt u Filters configureren in rapporten.

Variantie

Het functieveld Variantie geeft het verschil tussen twee velden weer, vanuit ofwel de tabel ofwel de grafiek. Variantie kan worden weergegeven als ofwel de berekende waarde, ofwel als een verschil in percentage.

Instelling Beschrijving
Variantienaam geeft de weergavenaam weer van het resulterende variantieveld, dat gebruikt wordt in de grafieklabels en/of de legenda
Variantie tussen

hiermee kunt u twee velden selecteren waarop de variantieberekening moet worden toegepast

Als onderdeel van de berekening worden de waarden in het tweede veld afgetrokken van de waarden in het eerste veld; de volgorde is dus van belang.

Er zijn twee typen velden beschikbaar die u kunt gebruiken als onderdeel van een variantie:

  • Grafiekvelden alle standaardvelden die in een grafiek worden gebruikt, zullen beschikbaar zijn, evenals:
    • grafiek van samengevoegde velden hiermee kunt u de variantie berekenen tussen de grafiek van het samengevoegde veld en het daarbij behorende originele rapportveld
    • setanalysevelden hiermee kunt u de variantie berekenen tussen twee reeksen
  • Rapportvelden alle statistieken die in uw tabel zijn opgenomen

    U hoeft geen statistiek in uw grafiek te gebruiken om deze mee te nemen in de variantieberekening.

Variantie weergeven als

hiermee kunt u selecteren hoe de resulterende variantiewaarden worden weergegeven:

  • # Waarde geeft het resultaat weer - als een getal - als veld één wordt afgetrokken van veld twee
  • % Percentage geeft het resultaat weer als veld één wordt afgetrokken van veld twee, gedeeld door veld één (resultaat in de vorm van een percentage)
  • % van totale variantie berekent het percentage van de totale variantie

    De totale variantie is ofwel bepaald op basis van de waarden van het veld rapport/grafiek, ofwel is de standaardsom.

  • % Verandering in Relatieve proportie hiermee berekent u de percentageverandering in relatieve proportie

    Het percentage van de totale tweede waarde wordt afgetrokken van het percentage van de totale eerste waarde, en die waarde wordt gedeeld door het percentage van de totale tweede waarde. Het totaal is ofwel bepaald op basis van de waarden, ofwel is de standaardsom.